Het financiële plaatje

Algemeen

De politieke en economische ontwikkelingen van dit moment beperken de mogelijkheden voor corporaties. Het wordt bijvoorbeeld een steeds grotere uitdaging voor corporaties om financieel gezond te blijven. Trivire neemt hierin haar verantwoordelijkheid. De formatie is afgeslankt en de bedrijfsprocessen, waaronder de vastgoedsturing, zijn geoptimaliseerd.Dit wordt in 2017 voortgezet, waarbij ook meer focus wordt aangebracht op de  processen. Dit richt zich vooral op de bedrijfslasten en het budgethouderschap.

2015 is afgesloten met een positief jaarresultaat van € 54 miljoen. Het jaarresultaat van 2016 kwam uit op € 50 miljoen in de plus.

De twee belangrijkste verschillen tussen beide jaren zijn:

  1. De waardeveranderingen in de vastgoedportefeuille (2016 € 34 miljoen in de plus tegen € 31 miljoen in 2015)
  2. De waardeverandering in de extendible leningen (2016 € 6 miljoen in de min tegen € 1 miljoen in de plus in 2015)

Beleidsmatige analyse van het verschil tussen de marktwaarde en de bedrijfswaarde
In de jaarrekening van 2016 waardeert Trivire (conform de RJ645) haar hele vastgoedportefeuille voor het eerst tegen marktwaarde in verhuurde staat. Dit vertaalt zich direct in het gepresenteerde eigen vermogen dat per 31 december 2016 € 886 miljoen bedraagt. Vanwege onze missie zullen wij de marktwaarde in verhuurde staat echter niet te gelde kunnen maken. Naast financiële overwegingen spelen immers vooral volkshuisvestelijke overwegingen een rol bij onze beleidskeuzes. Of in andere woorden; als woningcorporatie vinden wij het onze verantwoordelijkheid een lager financieel rendement te accepteren als daar volkshuisvestelijke opbrengsten tegenover staan.

Voor de toekomst
Het doorrekenen van enkele zwaar weer scenario’s laten zien dat Trivire een gezonde corporatie is met een robuuste financiële positie. Financieel gezien hebben we ruimte om onze ambities te verwezenlijken en tegenslagen op te vangen.

Waakzaamheid blijft wel geboden. Veranderingen in zowel de wetgeving, de betaalbaarheid van onze huurwoningen en de markt- en demografische ontwikkelingen, dwingen ons tot uiterst zorgvuldige keuzes.

In 2016 is voor het eerst de Indicatieve Bestedingsruimte Woningcorporaties (IBW) berekend.  Wat betekent dit? De Minister van Wonen en Rijksdienst heeft de plicht gemeenten en huurders een indicatie te geven van de bijdragen die corporaties kunnen leveren aan de lokale volkshuisvestelijke ambities. Deze zogenaamde IBW is verder bedoeld om gemeenten en huurders te helpen tot prestatieafspraken te komen met hun woningcorporaties.  De IBW is in 2016 voor het eerst berekend door te bepalen wat een corporatie maximaal extra kan lenen. De cijfers voor Trivire zijn als volgt:

Bedragen x € 1.000NieuwbouwVerbeteringHuurkorting
Dordrecht193.000153.0006.440
Hendrik-Ido-Ambacht6.1404.880205
Zwijndrecht60.20047.9002.010
Totaal259.340205.7808.655

UIt het overzicht blijkt dat de financiële positie van Trivire goed is. Om die reden zetten wij ook in op nieuwbouw, renovatie, het uitvoeren van duurzaamheidsmaatregelen en het nieuwe huurbeleid. Wij vinden het belangrijk dat onze financiële positie goed is, zodat wij niet alleen nu maar ook op de lange termijn kunnen blijven investeren. Een goede positie zorgt er ook voor dat we rekening kunnen houden met mogelijke tegenvallers en risico’s in de toekomst. Wij vinden dat het overzicht van het ministerie (het IBW)  hier onvoldoende rekening mee houdt. Dit standpunt wordt gedeeld door de Autoriteit woningcorporaties. Bovendien vinden zij dat het ministerie uitgaat van te minimale grenzen over ‘verantwoord investeren’. Wij zetten in op het gezamenlijk maken van prestatie-afspraken met onze stakeholders in de regio die aansluiten bij dat wat de regio nodig heeft. Want dat is uiteindelijk wat er echt toe doet!